Mag ik je wat vragen? | Erik Boers
Over fascinerende gesprekken; een drieluik
(1)Enkele weken geleden bezocht ik op de STRP Biënnale “Senses and Sensors” een live show van The Skin Deep: een creatieve club jonge Amerikanen die zich bezighoudt met de verbondenheid tussen mensen in digitale tijden. Zij wonnen met hun interactieve documentaire {The And} een Emmy Award (New Approaches Documentaries) en deze live show was een variant daarop. In die documentaire leggen stelletjes elkaar om de beurt confronterende vragen voor over hun relatie. Vragen die ze uit zichzelf niet snel durven te stellen, maar waarvan ze het antwoord dolgraag willen weten. Bijvoorbeeld:
Waarover aarzel je mij iets te vertellen? Heb je ooit spijt gehad van seks? Wat is jouw belangrijkste talent en wanneer heb je dat voor het laatst ingezet?
Op die betreffende avond werd het (jonge, internationale) publiek uitgenodigd (“It’s your choice to be here. It’s your choice how to continue!”) om rond te kijken om te zien met wie men graag in gesprek zou gaan. Vervolgens kregen die koppels steeds vragen aangereikt, die afwisselend van door de één aan de ander werden voorgelegd. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat dat al snel zorgt voor intensieve gesprekjes en een stevige band met de ander.
Iets soortgelijks passen wij toe met de kennismakingsvragen uit het Vrije Ruimte Praktijkboek (#1 & #8). Zo begin ik elk Ethiek Café binnen een grote Nederlandse bank met kort geestelijk rek- en strekwerk (ter voorkoming van filosofische blessures). De groep van 50 deelnemers splits zich op in tweetallen die elkaar niet (zo) goed kennen en gaan met elkaar in gesprek over één van de volgende vragen:
Kun je tegen jezelf liegen? Welke dingen geven je troost? Bestaan er rechtvaardige ongelijkheden?
Dit zorgt voor een ontspannen sfeer, een nieuwsgierige houding en al enkele wonderbaarlijke ontdekkingen.
Bij The Skin Deep werd na deze publieksronde een koppel uitgenodigd op het podium plaats te nemen, biertje bij de hand. Ook zij kregen pittige vragen voorgelegd en op de achtergrond werden hun gezichten groots geprojecteerd. In plaats van zelf met een ander in gesprek te gaan, keek het publiek nu naar een openhartig gesprek op de bühne, waarbij de kwetsbaarheid op de gezichten werd uitgelicht. Fascinerend: zo’n gesprek op zich, maar ook dat mensen daar geboeid naar kijken. Opmerkelijk bovendien dat mensen bereid zijn om een intiem gesprek voor een publiek te voeren, met camera’s op je gericht en dan ook nog in het Engels. In dit digitale tijdperk werpt dat amper drempels op.
Voor de laatste ronde betrad een ander koppel het toneel. Zij waren tussen de bedrijven door geïnterviewd. Het publiek kreeg daarvan een samenvatting en mocht, op basis van deze achtergrondkennis, zelf lastige vragen formuleren. Vervolgens werden die vragen om en om voorgelegd aan de partners. En dan blijkt het formuleren van ‘schurende’ vragen toch nog best lastig. Probeer het maar eens.
(2)Eerder schreef ik over de invloed van de smartphone, van social media op het goede gesprek. Daar meldde ik onder andere dat jonge smartphonegebruikers liever reageren per WhatsApp dan dat ze de telefoon opnemen en direct antwoord geven. Zo houden ze de regie over hun eigen uitingen en voorkomen ze bloopers. Een echt gesprek is helemaal griezelig, want onvoorspelbaar. Deze live show bevestigt de uitzonderlijke status die het persoonlijke gesprek langzamerhand krijgt, met de dubbelheid die in dat woord ‘live show’ zit. Het is live (real time, analoog, face to face) en tegelijkertijd is het een show (met elkaar, maar ook elkaar bekijkend, camera’s erop). Het spreekt blijkbaar aan, want de zaal was goed bezet, maar heeft ook iets vervreemdends. Moeten we hiervoor naar het theater? Maar goed, een soortgelijke vraag kun je natuurlijk ook stellen over het Socratisch Café. Waarom doen we dat niet gewoon onder vrienden, zoals destijds de existentialisten in Les Deux Magots? (Overigens prachtig beschreven in het recente boek van Sarah Bakewell: At the Existentialist Café) In hoeverre is het mogelijk en noodzakelijk om het goede gesprek een steuntje in de rug te geven?
Een huiselijk variant van The Skin Deep is verkrijgbaar in de boekhandel als set kaarten: “Mag ik je wat vragen?”, op de markt gebracht door Stine Jensen en Leo Wentink - beiden ook makers van het tv-programma “Dus ik ben”. De vragen zijn minder schurend, maar wat dit ‘gezelschapsspel’ aantrekkelijk maakt is dat de vragen vergezeld gaan van een citaat en een afbeelding, die ook weer aanleiding geven tot nadere verdieping.
Citaat: “Een ware vriend biedt weerstand.” (William Blake) Afbeelding: trouwjurk met bokshandschoenen Vraag: Wie zijn je echte vrienden?
(3)Bij dit kaartspel wordt een klein boekje geleverd: De kunst van het gesprek; een kleine filosofie van Stine Jensen. De titel belooft meer dan het boekje waarmaakt. Het is een wat schetsmatig essay, waarin het belang van het gesprek wordt aangestipt en enkele bedreigingen. Wat me echter wel aansprak was haar verslag van enkele gesprekken met gerenommeerde gesprekkenvoerders, waaronder Frenk van der Linden - werkzaam voor o.a. het radioprogramma Kunststof. Ook een interessante vraag: in hoeverre helpen praatprogramma’s als Kunststof of De wereld draait door om het niveau van onze gesprekken op te krikken? Stephen Miller is daarover zeer kritisch in zijn boek Conversation: history of a declining art. Naar zijn idee maakt dit soort programma’s ons passief: we kijken en luisteren naar de gesprekken die anderen voeren; we besteden het goede gesprek aan hen uit. Zelf heb ik er af en toe wel baat bij. Soms neem ik Ischa Meijer in gedachten om een kritisch interview te houden of Martin Šimek wanneer ik een grenzeloos nieuwsgierig gesprek wil voeren.
Zo leer ik ook wat van Frenk van der Linden. Stine Jensen vroeg hem wat hij een lastige gesprekspartner vindt. Dat is voor hem iemand die volkomen overtuigd is van zijn eigen gelijk; iemand die stevig geharnast is. Vervolgens geeft hij aan welke ‘methodiek’ hij dan toepast om het eigen gelijk toch kritisch tegen het licht te houden. En die ‘truc’ zouden we als gespreksleiders kunnen uitwerken tot een praktijkwijzer om starre denkers kritisch naar het eigen denken te laten kijken.
1. Mag ik je nog een vraag stellen? 2. Zijn er momenten in jouw leven dat je je kon verplaatsen in een ander mens? 3. Stel dat ik je vraag je te verplaatsen in jouw ergste criticus. Wat is dan het beste argument dat die persoon tegen jou heeft? 4. Zou het nou allemaal 100% bullshit zijn, wat die persoon zegt? 5. Welk deeltje niet?
Om dit goed te laten werken zijn volgens hem timing, rust inbouwen en tussentijds doorvragen van cruciaal belang. Ik ga het eens uitproberen!
|