Populisme en de keukentafel | Erik Boers
“Een tsunami van buitenlanders” Naar aanleiding van deze zinsnede onderzochten we het begrip ‘populisme’ tijdens het Socratisch Café Eindhoven. Wat zorgt ervoor dat we dit een populistische uitspraak noemen? Er doken allerlei eigenschappen op, en steeds was de vraag: is dat voldoende om het als populisme te typeren?
Een versimpeling, Een dramatisch, verrassend beeld Dat de massa aanspreekt En (impliciet) aanspoort Dat onderhuidse emoties (angst, onbehagen, verlangen) exploiteert. Dat geponeerd als dé waarheid, zonder twijfel of voorbehoud. Geuit door een, binnen deze context (Tweede Kamer), gezaghebbend persoon.
Ons werd duidelijk dat veel van deze eigenschappen ook gelden voor uitspraken als: “Alles is liefde” of “Yes, we can”, uitspraken die niet iedereen als populistisch beschouwden.
Speelt de manier waarop het gezegd wordt dan een doorslaggevende rol (opzwepend) of de intenties erachter (manipulerend)? We kwamen er niet uit. En inmiddels worden we geconfronteerd met nieuwe populistische uitspraken, bijvoorbeeld “We zijn gevangen in het spel van politici, zakenlui en bankiers” van de Occupy beweging.
Is populisme eigenlijk schadelijk, vroegen we ons ook af. Ik persoonlijk denk van niet, zolang het maar beperkt blijft tot de sfeer van het politieke gesprek. Daar lopen meningen uiteen en worden tegenstellingen stevig aangezet. Zo hoort dat ook. Een populistische uitspraak werkt omdat het verwoordt wat door vele burgers gevoeld wordt. Gevaarlijk wordt het wanneer dit taalgebruik buiten de politieke context, de plek waar wij van mening verschillen, treedt en wanneer retorische zinswendingen tot absolute waarheden worden verheven. Dan kunnen woorden tot kogels verworden (Breivick).
Om dit te voorkomen moet men over het onderscheidend vermogen beschikken om die verschillende werelden uit elkaar te houden. En moet men het parlementair debat niet verwarren met een "normaal" keukentafelgesprek.
|