Dagboeken | Pieter Mostert
Tijdens het eerste filosofisch café van het nieuwe jaar praten we over dagboeken. De aanleiding is een artikel in ‘Opzij’ over wat ermee te doen als je ouder wordt en je kinderen volwassen zijn. Je kunt uit drie beslissingen kiezen: 1 ze zijn van mij; ik verbrand ze 2 de kinderen zijn groot; ik laat ze hen lezen 3 ik laat ze na; of de kinderen ze willen lezen, mogen ze zelf bepalen.
Een enkeling heeft een uitgesproken voorkeur voor keuze 1 of 3, de meeste aanwezigen echter voor keuze 2. Wat opvalt is dat niemand lang hoeft na te denken. Intuïtief dringt zich onmiddellijk een bepaalde keuze op. We onderzoeken de afwegingen en merken al gauw dat die niet vastzitten aan een bepaalde keuze: a, b of c, maar bij iedereen meespelen. Ik noteer onder andere:
is wat je hebt geschreven alleen bestemd voor jezelf of is er nog een andere lezer? Zie het verschil tussen dagboek en brief;
als je de dagboeken laat lezen tijdens je leven, dan behoud je zelf de regie;
als de dagboeken in de nalatenschap zitten, dan vormen zij als het ware het laatste woord van jou; er is geen gesprek meer mogelijk, geen gelegenheid om e.e.a. in perspectief te zetten;
het lezen van de dagboeken kan je kinderen helpen om beter te begrijpen hoe je verleden jou tot op de dag van vandaag bepaalt;
in dagboeken ontbreekt het vaak aan de juiste verhouding; je wordt meegesleurd in plaats van dat je zaken in de juiste proportie ziet. Het laten lezen van dagboeken kan erg beschadigend werken;
het is heel normaal dat anderen, ook je naaste familieleden, niet alles van je weten; zie de dagboeken niet als een deel van jou dat je moet prijsgeven.
In een half uurtje verkennen we zo ons eigen denken. Daarmee is een vloertje gelegd voor het eigenlijke onderwerp van vanavond: Wikileaks en het lekken van vertrouwelijke documenten. Zo gaan gesprekken in een café: je begint dichtbij en daarna heb je het over de grote wereld.
|