Ken je mij? | Erik Boers
Ken je mij? Over ongekende inbedding
Onlangs begeleidde ik een gesprek over ‘identiteit’ met een groep docenten/bestuurders van een scholengemeenschap VMBO/HAVO/VWO. In hun missie staat: “wij zijn een streekschool met een open, katholiek karakter”. Maar klopt dat nog wel en wat is dat dan precies? Wie zijn wij en hoe worden wij gezien? Over die vragen wilden ze zich buigen.
Normaliter open ik elk denkgesprek met het voorlezen van een gedicht om een verwonderende houding en ontvankelijkheid voor ‘schone letteren’ op te roepen. Ditmaal koos ik echter voor het luisteren naar een lied. Het lied ‘Ken je mij?’ van Trijntje Oosterhuis: https://www.youtube.com/watch?v=0iowndW2Eo8 De tekst van dit lied sluit mooi aan bij het thema, want in het refrein duikt steeds de vraag op: wie ben ik dan?
Ken je mij? Wie ken je dan? Weet jij mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet jij mij beter dan ik?
En in één van de coupletten duikt het verlangen op naar een waar woord dat weergeeft wie ik ben:
Ik zou een woord willen spreken Dat waar en van mij is Dat draagt wie ik ben, dat het houdt, Ik zou een woord willen spreken Dat rechtop staat als mens die mij aankijkt en zegt Ik ben jouw zuiverste zelf, Vrees niet, versta mij, ik ben, ik ben
We beluisterden het lied en ik vroeg wat men er van vond. De meeste aanwezigen sprak het lied aan. Een enkeling kende het al. Eén mannelijke bestuurder genoot meer van hardrock.
Vervolgens stond ik met de groep stil bij de achtergrond van dit lied, omdat hun waardering voor dit lied naar mijn idee alles van doen had met de identiteit van deze groep.
Over de achtergrond van de zangeres. Trijntje Oosterhuis is niet de eerste de beste: zij is in Nederland bekend van haar optredens, onder andere op televisie bij The Voice of Holland. Kortom: zij is blank en van Nederlandse komaf, net als deze groep.
Over de tekst van dit lied. Trijntje is de dochter van Huub Oosterhuis, een vooraanstaand vrijzinnig katholieke theoloog en dichter. De tekst van dit lied is, niet toevallig, van zijn hand. En deze tekst is geïnspireerd op een psalm, een Bijbeltekst, namelijk Psalm 139:
Heer, u kent mij, u doorgrondt mij, u weet het als ik zit of sta u doorziet van verre mijn gedachten ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op, met al mijn wegen bent u vertrouwd
Geen woord ligt op mijn tong, of u, Heer, kent het ten volle. U omsluit mij, van achteren en van voren, u legt uw hand op mij. Wonderlijk zoals u mij kent, Het gaat mijn begrip te boven.
…
Het mysterie. Kent de ander mij? Hoe wonderlijk is dat wel niet? Is dat wel mogelijk? En wat ken je dan?
Het lijkt een liefdesliedje, maar dat is het niet. Of misschien juist wel: het is verwant aan een heel oud liefdeslied binnen onze Joods-Christelijke cultuur.
Hiervan zullen mensen zich niet direct bewust zijn wanneer ze naar dit lied luisteren, maar woorden als ‘jij’ en ‘ik’, als ‘gekend worden’, ‘het ware woord’ en ‘vrees niet’ zijn gekleurd door eeuwenlange religiositeit. Een traditie waarbinnen ook deze school staat.
Over de muziek en het genre. Wij genieten van de toonsoort (C-mineur) en begrijpen dat daarbij een wat weemoedige tekst past. Zo vertrouwd zijn wij met octaven en harmonieën. Bovendien staan we niet vreemd te kijken van de combinatie gitaar en zang: een zeer gebruikelijk duo in onze cultuur, met referenties aan Bob Dylan, Joan Baez, Leonard Cohen, Jacques Brel …. Singer Songwriters met een levensbeschouwelijke boodschap.
Zo ontdekten wij een gelaagde identiteit binnen onze waardering van dit lied. En dat had niemand verwacht toen we de bijeenkomst begonnen met luisteren.
De stap naar de gelaagdheid in de identiteit van de school was toen snel gemaakt. Op zoek naar de ongekende inbedding van hun identiteit is de groep uiteindelijk de eigen ‘Genesis’ ingedoken: het ontstaan als seminarie, de ontwikkeling van ambachtscholen, de dubieuze rol van lesgevende broeders, het afzetten tegen andere scholen in de omgeving, de noodgedwongen fusies, de overlevingsdrang en vitaliteit die ten grondslag liggen aan het huidige succes. Een ‘warme school’, een ‘levenslustig improviserende gemeenschap’ van leerlingen, docenten, ouders en bestuurders.
Met dank aan Dorien Brunt die mij dit lied ooit liet horen.
|