Antifragiel | Erik Boers
Vorige week vierden we dat de Dikke van Dale 150 jaar bestaat. In anderhalve eeuw, 14 edities, is dit ‘Groot Woordenboek der Nederlandse Taal’ steeds dikker geworden. Dat komt in de eerste plaats omdat er steeds meer dingen, spullen bijkomen (‘bitcoins’). En dingen moeten een naam hebben. Bovendien bepaalde voorheen een beperkt aantal mensen onze taal: columnisten, schrijvers, journalisten, cabaretiers. Door de toename van de massamedia dienen zich veel meer en veel vaker nieuwe woorden aan. Een woord als ‘selfie’ is nog jong maar nu al niet meer weg te denken.
Af en toe dragen filosofen ook bij aan onze woordenschat. Met het introduceren van nieuwe woorden (‘paradigmaverschuiving’ - Kuhn), nieuwe metaforen (‘gevangenen in een grot’ - Plato) en nieuwe motto’s (‘Cogito ergo sum’ - Descartes) proberen filosofen onze kijk op de wereld te veranderen. “Antifragiel” van Nassim Nicholas Taleb, momenteel een populair boek in (overheid)veranderingsmanagementland, is zo’n poging.
Omdat ik vorige week een denkgesprek leidde met bestuurders die zich probeerden te verstaan met dit woord, heb ik voor mezelf kort op een rijtje gezet wat ik begrijp van Talebs poging, in woorden ontleend aan de website van de Nederlandse uitgever (http://www.athenaeum.nl/).
Wat bedoelt Taleb met dit nieuwe woord ‘antifragiel’?
Taleb introduceert het begrip ‘antifragiel’ om iets anders aan te duiden dan ‘onkwetsbaar’ of ‘onbreekbaar’. “Alles wat meer voordeel dan nadeel ondervindt van toevallige gebeurtenissen (of bepaalde schokken), van toenemende volatiliteit (beweeglijkheid, met name van de beurskoers) is ‘antifragiel. Iets wat ‘antifragiel’ is kan niet alleen tegen een (onvoorspelbaar) stootje, maar wordt daar zelfs sterker van.”
Waarom is dit woord van belang?
“Door de werking van antifragiliteit te doorgronden kunnen we systematische en algemene richtlijnen opstellen voor niet-voorspelbare besluitvorming in onzekere omstandigheden … overal waar het onbekende de boventoon voert, in elke situatie waar toeval, onvoorspelbaarheid, opaciteit of gebrekkige kennis heerst.”
“De geschiedenis wordt door Zwarte Zwaan gebeurtenissen gemaakt” (een referentie naar een eerder boek van hem).
Waarom nu?
“We hebben onze economie, onze gezondheid, het politieke leven, het onderwijs gefragiliseerd door toevallige varianten en volatiliteit te onderdrukken.”
“Alles wat topdown is maakt zwakker, blokkeert antifragiliteit en groei; alles wat bottomup is gedijt onder de juiste mate van stress en wanorde.”
Oorzaak van het probleem?
“De grootste fragilisator in de samenleving en grootste veroorzaker van de crises: de afwezigheid van ‘skin in the game’ … Nog nooit hebben zoveel niet-risiconemers zoveel controle uitgeoefend.”
“Dankzij de fragilista (de interveniërende sociaal-beleid maker) is er in de moderne cultuur een steeds grotere blinde vlek ontstaan voor het mysterieuze, het ondoordringbare,dat wat Nietzsche het ‘dionysische’ heeft genoemd.”
Een geslaagde poging?
Of dit woord een nieuwe editie van de Dikke van Dale gaat halen is nog maar de vraag. Zijn boek komt over als een schotschrift, waarvan de felle bewoording Talebs argumentatie eerder fragieler dan robuuster maakt volgens Julian Baggini in The Observer (16 december 2012):
“His overconfidence, ironically, makes his arguments more fragile to refutation than they needed to be. This is a shame, because his book is full of important warnings and insights. For instance, greater efficiency is making us more fragile: ever-leaner supply chains and production methods mean no slack is built into the system.”
Ondanks deze schreeuwerigheid heb ik met de groep een fijnzinnig gesprek gevoerd, op zoek naar synoniemen (bijvoorbeeld ‘weerbaarheid’) en een eigen antwoord op de vraag wat richtlijnen zijn voor zorgvuldige besluitvorming in onzekere, onvoorspelbare omstandigheden.
Blij verrast met het verloop van het gesprek verliet ik het gezelschap. Blij omdat in mijn ogen weinig dingen zo kwetsbaar zijn als een goed gesprek.
|