Het recht op traagheid
Waarom zouden wij
u en ik
niet gerechtigd zijn
tot traag / leven.
Tot zeer / traag / leven.
Alle apparaten
mag u / uitzetten.
Stilstaan is
geoorloofd. Ten volle.
U mag ook
de ogen / sluiten.
Voor alles.
Zelfs eraan denken
hoeft niet.
U hoeft niet te antwoorden.
U hoeft
niet / verder.
U mag hier blijven.
U hoeft / dit gedicht
niet uit te lezen.
ALEXIS DE ROODE (1970)
Uit: ‘Gratis tijd voor iedereen’, Amsterdam 2010